Deze column verscheen op 14 april 2024 op Dossier Koninkrijksrelaties.nl
https://dossierkoninkrijksrelaties.nl/2024/04/14/column-bericht-uit-sint-eustatius-28/
Woensdag 10 april 2024 was in twee opzichten een historische dag voor Sint Eustatius. Alida Francis werd ’s ochtends ingezworen als eerste vrouwelijke gezaghebber van de bijzondere gemeente. Er volgde een kerkdienst en een rondrit door Oranjestad. Het feestelijk onthaal in Fort Oranje moest vanwege noodweer naar een indoor locatie worden verplaatst.
Met de benoeming van Francis, voor zes jaar, is de laatste stap gezet naar het herstel van de democratie op het eiland. Ruim zes jaar lang stond Sint Eustatius onder curatele van Den Haag: een record in de Nederlandse bestuursgeschiedenis. Tijdens de Koude Oorlog, in 1951, ontbond het kabinet Drees de gemeenteraad van Finsterwolde omdat de CPN een meerderheid had behaald. Veel zin had dit niet: drie jaar later wonnen de communisten opnieuw.
Bij de interventie van februari 2018 was volgens toenmalig staatssecretaris Knops van Koninkrijksrelaties op Sint Eustatius sprake van “wetteloosheid, financieel wanbeheer, discriminatie, intimidatie, bedreigingen en het nastreven van persoonlijke macht”. Ook schreef hij aan de Tweede Kamer: “geen enkele administratie is op orde en het eiland is in fysieke zin verwaarloosd.”
Op dat laatste valt wel iets af te dingen, want Sint Eustatius was pas in 2010 een bijzondere gemeente geworden. En wie het uitermate belabberde wegennet op het eiland ziet, begrijpt al snel: dit verwaarloos je niet in een paar jaar bij elkaar. De structurele achterstanden op het eiland, en dat zijn er vele, zijn ook te wijten aan decennia van verwaarlozing door Den Haag.
Terug naar woensdag. In haar eerste speech als gezaghebber gaf Alida Francis aan ‘een leider te willen zijn voor iedereen op ons kleine eiland’. In haar nieuwe functie, die gelijk staat aan die van burgemeester, haalde ze president Lincoln aan, die na de Amerikaanse Burgeroorlog verzoenende woorden richtte aan de verslagen Zuiderlingen: ‘With malice toward none, with charity for all.’
Dat citaat was een verwijzing naar de moeizame verhouding die Francis heeft met de eilandsraad. Die droeg enkele maanden terug een andere kandidaat voor als gezaghebber. Maar staatssecretaris Van Huffelen koos toch voor Francis, die al sinds juni 2021 regeringscommissaris is op Sint Eustatius, en die door de grootste partij in de raad, de Progressive Labour Party (PLP), wordt gezien als een verlengstuk van Den Haag.
Gebruikelijk is om een gezaghebber van de BES-eilanden te beëdigen in een buitengewone eilandsraad, waarbij de ambtsketen wordt omgehangen, maar dat gebeurde woensdag niet, want de drie PLP-eilandsraadleden waren afwezig. Een dag later ontbraken Rechelline Leerdam en Clyde van Putten van de PLP ook bij de eerste eilandsraad onder gezaghebber Francis. Ze waren ‘niet in staat’ om die bij te wonen.
De bestaande BES-wetgeving biedt de staatssecretaris ruimte om een kandidaat af te wijzen, maar in Europees Nederland gebeurt het hoogst zelden dat een voordracht van de gemeenteraad niet wordt gevolgd. Pijnlijk is ook dat de benoeming van Francis bekend werd tijdens een werkconferentie in Nederland over een herziening van de BES-wetgeving.
Sommige betrokkenen stellen dat het netter is om de gehele benoemingsprocedure voor gezaghebber opnieuw te doen, maar dat is na ruim zes jaar bestuurlijke curatele onwenselijk. Dan zou het eiland nog zeker een half jaar langer moeten wachten. Al met al: geen soepele herstart voor democratisch Statia.
Overigens valt er op de voordracht van de eilandsraad ook wel iets af te dingen, omdat de raadsverkiezingen in maart 2023 niet rimpelloos verliepen. Achteraf bleek dat liefst 36,7 procent van de stemmen bij volmacht was uitgebracht, wat wijst op het ronselen van stemkaarten. Het OM stelde vorig najaar een onderzoek in. Maar dat zal de uitslag van de verkiezingen niet veranderen, net als de keuze voor Francis als gezaghebber. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
Het eiland zit nu in een soortgelijke situatie als Finsterwolde in 1954. De democratie is hersteld, maar de partij die in 2018 verantwoordelijk werd gesteld voor de problemen heeft nog steeds een meerderheid. En die staan tegenover een gezaghebber die zij op hun beurt niet willen. Sommigen houden de adem al in: hoe zal dat gaan? De ingreep is verruild voor een dubbele houdgreep.
Je kunt ook denken: verdeeldheid hoort erbij in de politiek. Kijk naar de kabinetsformatie. Het belang van de Statiaanse burger prevaleert boven het gekissebis van bestuurders. Men is tot elkaar veroordeeld, zoals iedereen die woont op een klein eiland. Dus het is hun opdracht om hun grieven opzij te zetten en aan de slag te gaan – timmeren aan de weg zogezegd.
Boeiende heldere column waar complexiteit van beleid zichtbaar wordt.
Ik denk aan vele landen in de wereld.
Ik ook.