Een Anglo-Gallisch dorp in Caribisch Nederland

Waar te beginnen?

Bij het ochtendgloren word je gewekt door het gekraai van een haan. Je werpt een blik uit het raam en je ziet de blauwe Caribische Zee. Je loopt naar buiten en voelt een golf broeierige warmte over je heen komen. Je gooit wat extra koelwater in je Amerikaanse Ford Escape en rijdt twee kilometer over een hobbelige kustweg. Onderweg passeer je loslopende geiten en kippen. Voor de kust zie je een handvol schepen liggen, en in de verte doemen de contouren op de van de rots die Saba heet. Het uitzicht doet denken aan Cornwall: grillige kliffen, baalen met vulkanisch zand, palmen, wind en de blauwe Caribische Zee. Na twee kilometer rijd je Oranjestad binnen. Je slingert over zeer smalle weggetjes, in een doolhof van eenrichtingsverkeer, langs kleurrijk geschilderde, veelal vervallen huizen. Het is net een filmset. Iedereen die je onderweg tegenkomt zwaait. Welkom op Statia, beter bekend als Sint Eustatius.

We zijn hier neergestreken omdat Sabien sinds juni werkt als bestuurssecretaris op de enige middelbare school die het eiland (3200 inwoners) rijk is. Zelf werk ik nog wat voor de HvA en schrijf ik freelance voor NRC. Sinds het in maart duidelijk werd dat we hier naartoe zouden gaan, waren we druk, soms ook gestrest. We regelden op afstand een huis, een auto, twee fietsen en pakten een paar kuub aan spullen in die we naar de Rotterdamse haven reden. Hopelijk komt de container eind augustus aan, en hebben de ratten op de kade van Sint Maarten niet teveel aan de pasta geknaagd. Die halen we over een paar weken bij Statiaanse douane op, met onze auto. Waarom dat nodig is, op een eiland van 20 vierkante kilometer? Omdat je hier na vijftig meter lopen drijfnat bent, en het not done is om bezweet op je werk te komen.


Café Ocean View, Oranjestad, Statia.

We zijn in Caribisch Nederland, maar we zijn ook emigrant, want alles is hier anders en er zijn veel bureaucratische drempels. We kregen de afgelopen tijd veel respect voor mensen die ervoor kiezen om huis en haard te verlaten en een nieuw leven in den vreemde te beginnen. In tegenstelling tot Afrikanen, Aziaten en Latino’s die onderweg naar Europa en de VS moeten dealen met criminele mensensmokkelaars, zijn wij de echte gelukszoekers. We zijn gekomen omdat we denken dat dit een bijzondere ervaring is, een jaar in den verre werken en wonen. Zonder problemen maakten we de Atlantische oversteek en we werden hier warm ontvangen – door de mensen en het weer.

Het eiland heeft een complexe en beladen geschiedenis van slavenhandel, plantages, piraterij, corruptie en ongelijkheid, waarover later meer. Dat deze plek mij direct aan Cornwall deed denken, is omdat het afwisselend een Brits, Frans en Nederlands eiland is geweest, vooral rond 1800. Aan de haven kun je bacon met scrambled eggs eten in The Old Gin House. Engels is hier de voertaal, met een sterk West-Indische tongval. Na een paar dagen bedacht ik ook: dit is een soort Gallisch dorp. Een kleine gemeenschap waarin iedereen elkaar door en door kent en, goedschiks of kwaadschiks, met elkaar moet samenleven. Dat gebeurt in vertrouwen. De deuren van huizen of auto’s gaan niet op slot – de dief kan immers nooit ver zijn. En wie zijn hier dan de Romeinen? Daar gaan we naar op zoek, maar wij vermoeden dat dat de bestuurders uit Europees Nederland zijn, die nooit helemaal grip krijgen op de Statianen.

Kortom, behalve Schokland heb ik nooit een wonderlijker eiland gekend als Sint Eustatius. We zien in de eerste weken een ongewone mix van postkoloniale romantiek en warmbloedige politesse. Men groet elkaar hier continu, omdat het van belang is om elkaar te zien staan – zeker als nieuwkomer. En tegelijk is iedereen hier overgeleverd aan de kuren van de overweldigende natuur. Er ligt een vulkaan achter ons huis, wind en regen beuken regelmatig op de golfplaten daken, je vist de kleine tarantula’s uit je zwembadje (wat een luxe), en er is een oceaan waarin je bij het snorkelen mee zwemt met de zeeschildpadden (zeer ontroerend). En het oude hart van Oranjestad ademt nostalgie: naar de achttiende eeuw, naar de Seventies, naar een verloren tijd. Ik ken geen plek in het Koninkrijk die zo on-Nederlands is als Sint Eustatius. En dat is eigenlijk wel zo aangenaam.

 

20 Comments

  1. Binnert

    Heel leuk en beeldend. Ben zelf nogal nieuwsgierig naar het eten.buiten bacon en scrambled eggs. Kan je er een lekker geroosterd visje eten aan de haven? Drink je daarbij dan een glas rum?

    Reply
    • slagtekst

      Dat kan, kreeftjes ook, al is het aanbod niet altijd groot – maar een handjevol vissers – en je telt er zo 30 dollar voor neer. Tot nu toe vooral aan de gin en tonic geweest – komt hier goed binnen.

      Reply
      • Marleen

        Wat een mooie impressie Rob! Kijk al uit naar je volgende blog. Vertel ons zo veel mogelijk! En: snorkelen met een brok in de keel?

        Reply
        • slagtekst

          Dank! Ja nou, meer tranen op de beslagen duikbril denk ik.

          Reply
      • Marianne

        Ja heerlijk om zo een levende roman te beleven. Dagelijks weer een verhaal.

        Reply
        • slagtekst

          Dank. Dagelijks is wat heavy met deze temperaturen maar doe mijn best.

          Reply
  2. Mariëtta Nollen

    Oo wat heerlijk om dit te lezen. Wat een avontuur en wat fijn om daarin te worden meegenomen. Ik zal gretig alles lezen wat jij hier gaat schrijven. Veel geluk daar!

    Reply
    • slagtekst

      Dank – we houden elkaar op de hoogte van de wederzijdse toestanden in den verre!

      Reply
  3. Machteld

    Bijzonder! Ben zeer benieuwd naar wat nog volgt.

    Reply
    • slagtekst

      Thanks – me too!

      Reply
  4. Paul Uyterlinde

    Wauww Rob wat een belevenis en mooi beschreven, ik zie dingen voor mij die ik nooit gezien heb, maar de broeierige hitte die je na 50 meter lopen in plasje doet veranderen herken ik uit Bombay, hitte en zeer hoge vochtigheidsgraad 😅😅😅
    Benieuwd naar het vervolg, heb het goed daar 🙏 liefs aan jullie beide

    Reply
    • slagtekst

      Dank, Paul. Oppassen voor het plasje is inderdaad het devies!

      Reply
  5. Teun Nijst

    Bij Toutatis! Zitten er wel everzwijnen in het struikgewas?
    En wat heb ik nu gezegd Assurancetourix (alias Rob): niet zingen!!!

    Reply
    • slagtekst

      Gaat hier niet snel gebeuren – door de warmte zijn spontaan al twee snaren van mijn harp gesprongen…

      Reply
  6. Carolina Siebbeles

    Dank voor je beeldende verhaal, ik was even op Statia. Kijk uit naar de volgende afleveringen

    Reply
    • slagtekst

      Welkom – ben benieuwd hoe het er toendertijd uitzag.

      Reply
  7. Mariëlla

    Snorkelen met zeeschilpadden<3, lijkt mij ook geweldig. Genietze daar en op naar meer mooie verhalen!

    Reply
    • slagtekst

      Dank! Zag er dit weekend eentje op het strand wandelen – ook zeer bijzonder.

      Reply
  8. esther eikelenboom

    Razend benieuwd ook naar die opgravingen daar. Wil er alles over weten. Maar het ligt gevoelig natuurlijk. En wonen in de nabijheid van een vulkaan lijkt me ook heerlijk. Ik ga je volgen Robbie.

    Reply
    • slagtekst

      Welkom. Opgravingen staan ook op mijn lijstje – is inderdaad complicado kwestie hier. Trouwens: leuke verhalen maakte je op Bonaire!

      Reply

Submit a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *